Sporen in het landschap
Voor de gemiddelde wandelaar in het bosgebied bij de Kampstraat heeft de geschiedenis van het kamp bij Rijen ogenschijnlijk geen sporen nagelaten. De bomen ontnemen het zicht op het voormalige kampterrein. Een flink aantal rechthoekige kuilen vallen evenwel ook de ongeoefende kijker direct op. Die liggen op regelmatige afstanden van elkaar op een lange rij en zijn omgeven door een laag walletje. Het zijn de restanten van kookkuilen waarin boven open vuren werd gekookt voor de “bewoners” van een groep bijbehorende tenten. Ook zijn er nog individuele terrassen van plaggen te ontwaren. Die verhoginkjes zijn maar enkele centimeters hoog, maar voor wie bereid is languit op de grond te gaan liggen, zijn ze nog in het terrein terug te vinden. Pregnant aanwezig is de verhoging waarop de tent van de prins Veldmaarschalk heeft gestaan. Ook de contouren van de vier overgebleven lunetten, zuidelijk van de provinciale weg en aan de noordkant van het vliegveld, zijn nog duidelijk in het terrein zichtbaar. Zo is in Rijen na bijna twee eeuwen nog een groot deel van de afdruk van het legerkamp in het landschap aanwezig.
Opgehoogde tentplaats van de prins Veldmaarschalk. Foto: Jan Roymans.
De sporen die het kamp bij Rijen heeft nagelaten in dit gebied, vormen nationaal cultureel erfgoed en verdienen een gepast beheer. Hiermee kan een grotendeels vergeten deel van de nationale geschiedenis weer terug in de belangstelling komen. In Rijen beschikken we over unieke fysieke overblijfselen en aan de hand daarvan kunnen we het verhaal over de wordingsgeschiedenis van het huidige Nederland, en het daarmee gepaard gaande succes én falen, vertellen.
Daar hoort bij dat mensen er een kijkje kunnen nemen, zoals wandelaars dat (vaak niets vermoedend) nu ook al dagelijks doen. Het terrein is immers publiek toegankelijk, en het toegangsbord luidt: “Mits u geen oefeningen verstoort, honden aangelijnd houdt en niets beschadigt, meeneemt of achterlaat!”