Belgische opstand

Tijdens het congres van Wenen in 1815 werden de noordelijke en zuidelijke Nederlanden samengevoegd. De grote mogendheden die Napoleon hadden verslagen besloten tot vereniging van deze gebieden om zodoende Frankrijk in te sluiten via een krachtige bufferstaat. Een herhaling van de expansiedrift van Frankrijk in Europa moest worden voorkomen. Zo ontstond het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden met aan het hoofd koning Willem I, de zoon van de in 1795 gevluchte laatste stadhouder Willem V.

Willem I had de taak om van dit verenigde koninkrijk een eenheid te maken en de welvaart te herstellen. Binnen dit nieuwe land bestond er echter een groot onderscheid  tussen het overwegend protestantse, op handel gerichte noorden en het katholieke, industriële zuiden. De autoritaire manier waarop Willem I, met voorbijgaan aan de culturele en religieuze verschillen, een eenheidsstaat wilde creëren riep veel weerstand op in het zuiden.

8 Koning Willem I, olieverfschilderij Joseph Paelinck, 1819, Collectie Rijksmuseum-
Koning Willem I, 1819. Door Joseph Paelinck (Rijksmuseum, Amsterdam).

Geïnspireerd door de liberale juli-revolutie in Frankrijk in 1830, waarbij de Franse koning werd afgezet, begonnen er in augustus demonstraties in de zuidelijke Nederlanden. Aanleiding tot verdergaande rellen was de opvoering van de opera La Muette de Portici van Daniël Auber in de Muntschouwburg in Brussel op 25 augustus. Het stuk handelde over de Italiaanse opstand tegen de Spaanse heersers in Napels en dit verbeeldde in de ogen van het Belgische publiek de situatie in de Lage Landen zodanig dat zij de straat op gingen.

Onder leiding van Fransgezinde separatisten trok een opgezweepte volksmassa plunderend door Brussel. Het oproer sloeg al snel over en het Belgische volk eiste autonomie. Op 4 oktober werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. Willem I probeerde nog steun te zoeken bij de grote mogendheden, maar die voelden daar niets voor. Niemand kwam de Nederlandse koning tegemoet.

9 Muntschouwburg rijksmuseum
Muntschouwburg in Brussel, 1827 – 1829. Door Jean Baptiste Madou, naar Courlois (Rijksmuseum, Amsterdam).