“Status-Quo-tijd” (1831-1839)

Met deze fameuze veldtocht na de Belgische opstand kwam er niet meteen een einde aan de aanwezigheid van militairen in Noord-Brabant. Willem I hield zijn troepen gemobiliseerd omdat hij de Belgische soevereiniteit en het gezag van de nieuwe Belgische koning Leopold bleef ontkennen. Hij weigerde het vredesverdrag te tekenen en probeerde met machtsvertoon zijn eisen kracht bij te zetten. Noord-Brabant veranderde hierdoor in een militaire grenszone tussen Nederland en België. Om de manschappen goed getraind te houden, werden ze in de zomer naar een legerkamp gestuurd. Het kamp bij Rijen bleef zo gedurende 1831-1838 in de zomermaanden operationeel. In de eerste jaren zelfs met een volle bezetting. Tegelijkertijd herbergden de dorpen van de gemeente Gilze en Rijen in deze jaren vele militairen.

Pas in 1838 ging Willem I schoorvoetend met de scheidingsvoorwaarden akkoord die hem vanuit Londen al eind 1830 door de grote mogendheden waren opgelegd. Dit leidde uiteindelijk op 19 april 1839 tot de officiële ondertekening van het verdrag van Londen door de Nederlandse koning. De tussenliggende jaren worden door historici aangeduid met “status quo tijd” en hierin heeft Willem I een duur veldleger in stand gehouden dat het jonge koninkrijk naar de rand van een faillissement heeft gevoerd. De euforie na de Tiendaagse Veldtocht sloeg in deze periode bij de Nederlandse burgers langzaam om in antipathie en de soldaten van dit eertijds zo glorieuze leger zetten zich steeds meer af tegen hun zinloos, eentonig en impopulaire bestaan in kwartier en kampement.

2 Kamp bij Rijen door JP Houtman Brabant-Collectie, Tilburg University
Kamp bij Rijen, 1831. Door J.P. Houtman (Brabant Collectie, Tilburg University).